11-04-2015 T.V. Attila 3 – S.V. P.V.D.V. 6 2 – 4
Het is business as usual. Ik kom binnen, ietwat verlaat. Overzicht. Belangrijk. Ik word voorgesteld als zijnde de aanvoerder. Aanwezigen knikken, controleren hun horloge. Gastheer regelt koffie. Belangrijk. Vragende blikken van teamgenoten. Knopen worden doorgehakt, verantwoordelijkheden genomen.
Ik ga op 1. Dat ie 20 jaar jonger en een halve meter langer is, maakt vandaag niet uit. Spier- en gewrichtspijnen zijn al enige tijd het probleem van morgen.
‘Het gaat je aardig af voor iemand die zegt dat ie een hekel heeft aan deze banen.’ Het waren de woorden van Wesley tijdens het wisselen op 4-1 voor mij.
‘Ja, mag het, dat ik na drie jaar eindelijk weet wat die banen ongeveer doen?!’
Troep is het, dat gaatjesplastic bij Attila. Dit was het derde jaar in successie dat we er een uitwedstrijd speelden. De ballen komen een meter hoger op dan op smashcourt. Dat vergt aanpassingsvermogen. Eelko viel tijdens zijn partij. Zijn tegenstander lepelde de bal over het net, Eelko krabbelde overeind, liep naar zijn racket dat een paar meter van hem vandaan lag, raapte het op en speelde de bal terug alsof er niets gebeurd was. Dat kan op dat spul dat officieel te boek staat als “kunstgras”.
Bij een beetje regen gaat een beetje kerel niet de baan af, maar bij Atilla wordt het halsbrekend spekglad. Het miezerde in de loop van mijn partij en je gedachten dwalen dan onwillekeurig af naar de maandagochtend, een moment waarop je normaal gesproken geacht wordt op je werk te verschijnen. Met dat besef is het een kwestie van; wat heb je er voor over om een bal te halen? Als je aan het winnen bent, is het antwoord waarschijnlijk: onverantwoord veel.
Wesley liep merkwaardigerwijze om zijn forehand heen. Hij sneed zijn slice backhand vervolgens extreem naar buiten. Omdat hij links was, kwamen die ballen ver naar mijn backhand. Ik slicete ze net zo vrolijk weer terug. Zelden zoveel backhands in een partij gespeeld. Niet elke bal van Wesley was van bijzondere kwaliteit. Elke kans die ik kreeg om een rally met een agressieve forehand te bekorten pakte ik met beide handen aan. Het had een vlotte 6-3 6-1 tot tevredenstemmend gevolg. Ik heb tenslotte niet het uithoudingsvermogen van Eelko. Die maakt geen druk, heeft de tijd aan zijn zijde en kijkt wel even hoe vaak een bal terugmoet om het punt te maken. Hij stond dan ook zo’n drie kwartier langer op de baan tegen “zijn” Ronald. Het werd 6-1 6-1 in recordtijd (qua lang dan).
2-0 voor ons en Patrick de baan op tegen Joep van 67. Joep kon tennissen. Hij had nog altijd veel gevoel in zijn slagen, maar het lopen was hem vergaan. Dan ga je het niet redden tegen de man in vorm. 3-0 en geen Joost in de singles vandaag. Bart zou het karwei als vierde heer dus af gaan maken. In het eerste deel van de partij tegen Pedro kwam hij er al achter dat het niet vanzelf zou gaan. Hoewel hij de eerste set won, was er nog veel werk aan de winkel.
Pedro is een langmanige, blije Mexicaan van 1 m 40 laag bij ruim 100 kilo en waarvan het gerucht gaat dat ie op vrouwen valt. Ondanks hetgeen hij meetorst, fladdert hij “rond” over de baan. Met meer dan normaal gevoel voor dans lijkt hij op momenten het zwanenmeer te zweven. Daar voegt hij met zijn originele volleybal sprongservice nog een tweede vluchtelement aan toe.
Uiteraard gelden de onverbiddelijke wetten der zwaartekracht ook voor Pedro. Van daadwerkelijk loskomen van de aarde was geen sprake. We kwamen aan de zijlijn na enige discussie dan ook de bijnaam: “de dartele kwartel” overeen.
Bart kreeg een zere kuit en strompelde vanaf de tweede set over de baan. Daarmee bracht hij te weinig om het gevogelte de nek om te draaien en aldus de winnende 4-0 te bewerkstelligen. Er zou dus nog een dubbel gewonnen moeten worden.
Om orde op zaken te stellen zijn Patrick en ik in de eerste dubbel aangetreden. We kregen Ronald en Joep tegenover ons. Wesley had zich inmiddels ziek verklaard. Hij is klaarblijkelijk een exponent van de excuusgeneratie.
Een “Joepbal” is een begrip bij Atilla. Het is een lullig balletje in niemandsland. Na de eerste luid bejubelde plopper heb ik met enige inspanning, alle nakomende joepers zonder meer teruggejoept. Omdat Patrick feilloos bleef volleren en smashen (die ene misser ben ik al weer vergeten), kwamen de Attillers verder niet in het stuk voor. Eén klein hikje in de tweede set bracht Joep en Ronald nog twee games. Omdat ze op papier sterker waren (6,6 en 6,7) deden we nog goede zaken voor onze ranking ook.
Eelko’s beurt voor naast Joost. Er was een beproefd plan. Joost zou zijn plek stijf rechts innemen en daarmee als vanouds driekwart van de baan als verboden zone beschouwen. Van meebewegen zoals Cees afgelopen donderdag opperde, hetgeen bij Joost een verwilderde blik met wijd opengesperde ogen opleverde, was vandaag gelukkig geen sprake. Dat ging ook wel ver. Eelko zou de rest belopen.
Het ontbrak ze uiteindelijk aan een druk zettend, scorend wapen. Het ging zeker niet slecht en Joost stond meer en meer zijn mannetje aan het net. Ook zijn forehands waren van prima kwaliteit, maar het ontbreken van een backhand hield ze na de eerste gewonnen set voortdurend aan de verkeerde kant van de score. Zodra Joost zijn racket in een echte backhandgreep beetpakt – niet bedoelend die op zijn kop gehouden forehandversie van een volley aan de linkerkant – dan weet hij bij god niet waar het blad zich bevindt.
Mijn mail aan Joost dinsdag voor zijn training:
Vraag vanavond aan de trainer: backhand:
- Hoe herstel ik na een vorige slag
- Hoe kom ik achter een bal.
- Hoe speel ik een nood-backhand (omhoog)
Het bericht werd weggelachen door de trainster toen Joost het haar liet lezen. .. Ze gingen de aanvallende forehand oefenen…
Ik heb hem om dat mokkel d’r telefoonnummer gevraagd. Hij heeft dinsdag aanstaande nog om het wat dwingender uit te leggen. Bij uitblijven van respons zal ik…
Ahum.
De sprongservice van Pedro hield zijn kracht. Die ballen vlogen vlak over het net laag door over de grond. Viel weinig tegenin te bregen, maar Michel naast hem begon te kraken. Atilla captain Ronald langs het veld vond net op tijd de juiste toon van aanmoedigen. Zijn eerste toevoegingen hadden er bijna toe geleid dat Michel over het hek gesprongen was en hem het park af had gejaagd. Achteraf hadden ze daar nog een kostelijke appel over te schillen. Als het even stilviel bracht Eelko het gesprek weer op het pijnlijke onderwerp. Een schrale troost want ondanks zijn inzet de 0 met Joost.
Hieronder de afbeelding getiteld: “Joost, dat net zit hoger”.