Luck Raeck 4 – Domstad 6
Het zag er even goed uit
We waren de dubbels tactisch aan het indelen omdat we met een 3-1 voorsprong uit de singles zouden komen. Die ondeugende gedachte duurde een kwartiertje. Toen werd duidelijk dat de vierde man, waar Bart tegen speelde, zijn forehand had teruggevonden. Bart wist deze slag niet te omspelen. Eelko had weliswaar de eerste set gewonnen maar zijn superfitte tegenstander had meer kwaliteit in zijn slagen en bleef nu rustiger. Het werd inderdaad 3-1 na de singles, maar dan voor Luck Raeck.
Toen maakte het allemaal niet meer uit. Het koningskoppel Robin en Hein zou voor het eerst dit seizoen ten tonele verschijnen. Ze zouden de kampioensheren pijn gaan doen… We kwamen uiteindelijk nog een heel eind. Na 6-2 en 4-1 achter, kantelde de partij. Het oudste broertje Van Barneveld begon op de jongste te vitten. Dat ging dus de goede kant op. Hetzelfde kon ook gezegd worden van mijn forehand, ware het niet dat deze steeds een stukje te ver landde. Zelfs als ik de bal amper raakte, bleef deze niet binnen de lijnen. Gek werd ik ervan. In de derde set waarin niemand van de vier meer beschuldigd kon worden van het benaderen van enig normaal niveau, trokken zij aan het langste eind.
Cees kreeg gelijk. In het half uurtje dat hij de situatie, nog vroeg op de dag en gehuld in spijkerbroek, kwam analyseren, sprak hij: ‘5-1’
‘Sms je me nog even de eindstand straks Hein, of zal ik hem naar jou sms’en?’
‘Doe jij maar Cees.’ Ik voelde aan mijn water dat hij gelijk had.
Eén-set Eelko, dat is vanaf nu zijn bijnaam. Ook in de dubbel met Patrick kwam hij voorspoedig op een 1-0 voorsprong. Daarna was het op een of andere manier klaar met de strijdlust en de beheerste klappen. Er slopen veel onnodige fouten in. Patrick is sowieso een man van de pikstart die daarna wat inzakt. Dan heb je er dus twee. Alleen de gedachte aan de hoogte van zijn nieuwe hypotheek weerhield Patrick van het stukslaan van zijn racket. Hij produceerde een serie missers waar ik me nog voor zou schamen. Er viel niets aan te coachen. Robin keek het zootje meewarig aan. Hoe kan dit Hein?
Ik mocht er niets van zeggen. Ik had het verkeerde voorbeeld gegeven. Achteraf probeerde men redenen aan te voeren voor mijn slechte spel. Is het je kind? Zijn het je knieën? Nee, dat is het niet. Kind slaapt prima, mijn knieën voel ik pas morgen weer. Het zit tussen de oren. Ik blijk gewoon niet bestand tegen de druk van mensen die ook maar een ietsiepietsie beter lijken te zijn. Boven jezelf uitstijgen, waar een situatie soms om vraagt, is daarmee uitgesloten.
Het kampioenschap zeggen we vaarwel. Er is gestreden. Vooral mentaal en vooral ook tegen onszelf. De psychologisch sterkste (Robin) kan niet begrijpen waar de rest van herenlaag mee kampt. Hij zegt ons te gaan verlaten. Ik neig ernaar om hem toestemming te geven. Eén voorbehoud wel: en dat is dat hij de Kingcup wint. Als hij dat kan, dan gaat ie maar mixen in welk vrijdagavond wijventeam dan ook.
Ik zit deze zondagmorgen lekker te typen. Opstaan hoeft van mij niet zo nodig. Ik ben een stel knieën met Hein er aan vast.
De geschiedenis: mijn rechterknie heeft een “snap” gedaan toen ik in januari met krukken en al onderuit ben gegaan op een ondergrondje van sneeuw en ijs. Twee weken daarvoor was ik geopereerd aan de linker. Een minuut? heb ik in sneeuwschemer voor het bedrijfspand op het asfalt gelegen. Er was niemand meer. Roepen zou zinloos zijn. Alvorens voorzichtig weer op te krabbelen, ging in die zestig seconden maar één gedachte door mijn hoofd: hoe krijg je het voor elkaar?!
Na elke sportieve inspanning spelen nu beide knieën op. Een ramp? Ach, dit wil ik de lezer dan toch even meegeven:
Toen ik mij in december 2009 in Woerden bij de Maartenskliniek meldde voor een MRI-scan van mijn linkerknie, zat ik in de wachtkamer met een moeder en haar sullige zestienjarige zoon. Het liep “toevallig” wat uit en ik raakte met haar in gesprek. Het pukkelige jong tegenover me in zijn grijze joggingbroek had een maand ervoor zijn enkel gebroken. Het gekke was; zonder aanwijsbare oorzaak. Gips had niet geholpen. De breuk heelde niet. Hij moest nu door de scan om te kijken waar al die vlekjes op zijn botten die bij de röntgenafdeling waren vastgesteld op duiden…
Nooit meer gehoord hoe dit verhaal is afgelopen. Nog even getwijfeld om bij de terugkomafspraak na mijn tamelijk geslaagde operatie, navraag te doen bij de arts. Heb ik niet gedaan. Ik weet niet of antwoord had gekregen, maar waarschijnlijk wilde ik het niet horen.
Fuck dat kampioenschap en fuck zere knietjes.