Rijnsweerd 2 – Domstad 6
De zaak VB
Dat het niet helemaal goed zit met onze kale kop-man, blijkt eigenlijk al donderdag. Hij zegt wat grieperig te zijn en is misschien daardoor nog meer zichzelf dan anders. Dat vertaalt zich in een, zelfs voor zijn doen, overfanatiek gespeeld trainingsdubbeltje. Hij geeft alles uit wat binnen 10 cm van de lijn valt. Dat het grove matennaaierij betreft deert hem niet. Die dingen moet je kennelijk gescheiden houden. Achteraf vertrekt hij spoorslags. Hij wenst ons niet meer onder ogen te komen, dan wel te woord staan. Zijn partner in crime Eelko, vond het wel een lollig potje zo. Vier gestolen punten kon hij zo benoemen; toen, toen, toen en toen. Meewarig horen Cees en ik het aan.
Vrijdagmiddag bereikt ons een groepsmail van Robin gericht aan “de mannen”. Of de mannen even een reservemannetje willen regelen voor het geval dat kopmannetje zaterdag het bed houdt. Lekkere opdracht. Wie krijg je zo gek om eventueel iemand te vervangen? Ik meld Robin dat hij zich telefonisch bij de aanvoerder Patrick moet vervoegen met zijn verzoek. Patrick is namelijk vaker in de buurt van een hark dan zijn computer, en blijft aldus onwetend.
Omdat ik argwanend ben (over mensenkennis beschik), bel ik Patrick zelf. Toevallig is vader Peter morgen vrij van competitieverplichtingen. Die wil vast wel een single spelen. Mooi. Ik spreek daarna nog het volgende met Patrick af: niks horen van Robin betekent hem zelf bellen, uiterlijk om 21.00 uur. Als ik de volgende dag mijn telefoon van de tafel raap, zie ik een sms-bericht. “Hein, ik ga het niet redden. Hele nacht koorts gehad, ik ga niet spelen. Misschien dat iemand, bijvoorbeeld Marco kan invallen 06-……..” Marco. Wie is dat ook al weer? Als ik hard nadenk, heb ik hem wel eens gezien. Omdat ik weet dat de vervanger reeds geregeld is, sla ik er verder geen acht op.
Gelijk met Patrick bereik ik het terrein van Rijnsweerd. Op de parkeerplaats kom ik erachter dat Robin zich de avond ervoor middels een mail beter heeft gemeld. Patrick heeft zijn vader vervolgens afgezegd. Die heeft nu andere plannen. Als Robin de SMS van 06.00 uur in de morgen nou naar hem had gestuurd, dan had hij zijn vader alsnog wel zo gek gekregen, denkt Patrick. Er is dus geen vervanger. Gloeiende, gloeiende. Ik bel die Marco. Hij neemt op maar kan niet komen tennissen. Zonder aarzelen spreek ik nu de voicemail van de verstandig niet opnemende Robin in. Ik maak de zieke uit voor ongelofelijke koeienkop. En of hij zo vriendelijk wil zijn om zich alsnog als de sodemieter bij het team te voegen.
Met groot chagrijn eten we het Rijnsweerd gebak. Die donderwolk blijft nog wel even hangen. Eelko stuurt Robin ook nog even een sms’je (of drie max vier) en Patrick doet hetzelfde. Als Bart komt kijken bij mijn single wordt de ergernis groter. Hij blijkt Robin gemaild te hebben dat hij eventueel toch een single kon spelen, voor zijn werk uit. Dan had hij dat wel tijdig moeten horen… E-mail werkt blijkbaar maar een kant uit als je ziek bent. Lezen gaat dan niet.
Mijn single vordert moeizaam. Dat is niet Robin’s fout. Na bestudering van de uitslagen van vorige week, besloot ik vrijdagavond een voorpretwhisky te nemen. En toen nog maar één. Zo zou het partijtje tenminste nog een beetje spannend worden. Maar mijn tegenstander is vast en ik kan door zenuwbaanstoornissen of zo, niet doorslaan. Het duwende spel is geen doorslaand succes te noemen. Met uiterste inspanning haal ik de eerste set binnen. Mijn voornemen nu wel te gaan slaan, blijkt al snel een illusie. Duwen en trekken tot het eind dan maar. Als ik in de tweede set op een 4-3 voorsprong kom, gaat bij het wisselen mijn telefoon over. Robin. Of het nog zin heeft dat hij nog komt. ‘Dat zou je sieren’, meld ik hem. Hij komt. Top. Dat siert hem. Op de baan sla ik drie dubbele fouten en verlies vier games op rij. Het komt niet meer goed in de derde set. Na twee-en-half uur ploeteren in de volle zon is het pleit beslecht, met grote nadruk op slecht.
* Eline houdt het racket al beter vast dan haar vader.
Robin komt, ziet en overwint. Hij mag naast Cees staan in de dubbel. Cees verkiest de zieke boven de manke (moi) en ook dat loopt goed af. Zo halen we als team toch nog een 3-3 binnen en blijven we meedoen in de strijd om het kampioenschap.
We drinken biertjes onder een rieten zonnekap en stellen daar vast dat Patrick tennist als een stichting; heel nuttig, maar zonder winstoogmerk. Diverse tegenstanders zonderen zich langzamerhand af. Ze staan even verderop met wat mensen te kletsen. Ralph, mijn tegenstander blijft als enige met een stilzwijgende stomme grijns op zijn gezicht de verhalen van Eelko, Patrick en mij aanhoren. Blijkbaar is hij het oor van dienst. Prima zo.
Robin heeft beterschap beloofd. Wij wensen hem dat.
Resteert de foto van de Rijnsweerd “grote teamschotel”: brood, salade, toastjes, tomaten, kaas, bitterballen, vlammetjes, komkommer, worstjes etc, etc. complimenten.