Het stuk heet “Judith”
De man aan de andere kant zie ik een onhandig ogende beweging maken. Hij heeft overduidelijk een plan met deze bal. Dat zie je niet vaak op 7-niveau. Legt hij hem kort of gaat hij voor rechtdoor? Ik gok op het laatste en houd uiterst links. Er volgt een merkwaardige hoge bal die niet mijn kant op komt. Ver komt ie zeker niet. Ai! Zo ingetogen mogelijk roep ik: “JIJ!”, naar Judith en weet daarbij niet te verbergen dat er Duits bloed door mijn aderen stroomt. Ik kan een hond laten zitten, laten apporteren en dood laten liggen, maar een vrouw laten rennen is andere koek.
Judith reageert instinctief… met schrik. Ik zie haar ogen groot worden en “Shit!”, zie ik haar denken. Versteend verschijnen er beelden in haar hoofd van Oudewater. Onze tegenstander daar verbaasde zich achteraf uitermate over het feit dat wij geen stelletje zijn. Tegen mij: “Roep jij zulke dingen tegen iemand die ondanks dat vrijwillig naast jou gaat staan?”.
Een stuit.
De beelden worden vervangen door die van het therapeutische Linschoten Open. Het was onze laatste kans op een ommekeer aangaande het doodlopende spoor waarop onze mix na jaren terecht was gekomen. Ik moest positieve aanwijzingen geven en “jammer” zeggen op de momenten dat ik: “stomme trien” bedoelde. Een hele omslag maar het werkte. Hoewel we het toernooi niet wonnen, en mij één keer: “Jammer, stomme trien”, ontsnapt was, wisten we dat er een basis gelegd was voor verdere samenwerking.
De bal bereikt zijn hoogste punt.
Boven Judith verschijnt een wolkerig ballonnetje waarin ze zichzelf naar voren ziet rennen. Nu kwam het moeilijkste gedeelte: vertaal deze wensgedachte in een impuls naar je benen. Ik zie haar geconcentreerd naar beneden kijken, niet op de hoogte van de stormachtige processen die haar geest doormaakt. Ze zakt iets door haar knieën, veert op en na een paar Flintstone pasjes op de plaats, is ze onderweg. Zo!, dat zou de ergste verwijten bezweren. Tevredenheid alom.
De bal daalt al even maar kwam van hoog.
Weer schrik bij Judith. Ze is dus in beweging en die bal komt maar niet op de grond. Het lijkt er zelfs verdacht veel op dat ie nog steeds te halen is. Ze loopt nu achter haar arm aan. Deze heeft, in wat een automatisme geweest moet zijn, het racket al scheppend naar voren gestoken. Je kan zelfs je ledematen niet meer vertrouwen!
Net voordat de onwetende, vriendelijk gestemde bal het oranje zou toucheren, voorkomt een samenstel van snaren juist dat. Het geel, beseffend dat het pas met rust gelaten wordt als het zich aan de andere kant van de gespannen hindernis voor dood houdt, neemt geen risico’s meer. Plop, graaf, punt voor ons.
Oprechte verbazing bij mij maar vooral bij Judith. Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Pas na de high five een klein vuistje. Misschien zou ze dit vaker doen, als ze zich tenminste kon herinneren hoe. En ik voeg haar het positiefste compliment toe dat ik kan bedenken: “Goed gewandeld!”