Speeldag 3 2017 Oudegein 4 Uit 4 – 2
Het was een mooie dag, deze dag van het officiële failliet van Herenlaag. De Dijk zong het al: “Ik kan het niet alleen.”
Rob kon niet, Stephane kon niet, Jorrit kon niet, Leo, Theo, Jan, Niek, Rutger en Christian ook niet. Wouter en Jeroen hadden in hun respectievelijke teams geen mensen over. De vier die er uiteindelijk stonden deden hun best. Met Robert hadden we een topscoorder in de gelederen. De “5” van Waterpolo-vereniging Aquarijn completeerde het legale gedeelte. De onderkant daarvan vormde de afgeteste Joost die even terug was op het oude nest. Blij dat ie er was. Had ik nota bene als enige nog niet gevraagd. Hij had zich zowaar vrijwillig gemeld. Uit de Whatsapp conversatie die volgde:
‘Moet ik alleen een dubbel spelen?’
‘Je moet Patrick, Eelko en Cees vervangen. Wat denk je zelf?’
Het was zoals gezegd een mooie dag; zonnetje, nauwelijks wind en niet te warm. Prima weer voor een potje tennis. De ondergrond: kunstgras. Dat is vloerbedekking waarop een x-aantal kinderen hun schoenen uitgetrokken hebben na een dagje strand. Veel zand erop. Een tegendraads gespeelde bal kan bestempeld worden als: “een poging tot het toebrengen van ernstig lichamelijk letsel”. Stante pede omkeren kan namelijk niet. Dan ga je onderuit. Glijden kan wel, tot ergens ineens het zand ophoudt. Dan sla je over de kop. Het is me overkomen.
Wat me ook voor het eerst overkwam waren drie aces tegen in één game. Twee naar binnen en eentje naar buiten. Ik had net als tegen Vreeswijk een oud-volleyballer tegenover me. Al tijdens het inspelen constateerde ik hardop tegen Dennis dat we elkaar niet lagen. We kregen geen drie ballen achter elkaar naar elkaar overgespeeld. Hij raakte ze zéker niet lekker. Ik putte er hoop uit maar die werd er in het begin van de pot vakkundig uit geserveerd. Pas toen ik nog verder naar achteren ging staan om vandaar te keepen, kreeg ik vat op het spel. Als de return er was, ging het punt steeds vaker naar mij. Dennis’ forehand ging nog beroerder dan zijn backhand, dus dat was de hoek. Gek werd hij van zichzelf, zei hij. ‘volhouden zo’, zei ik tegen hem. Hij hield het moeiteloos vol.
Aan het eind van de wedstrijd probeerde hij nog wat met opkomen rennen en nog later met alleen maar zorgen dat de bal terugkwam. Het mocht hem niet baten. Mijn klap zat er nog altijd op. Het leidde ertoe dat ik na een 5-2 achterstand geen game meer heb afgestaan. Netjes. Twee sets maar in de single betekende voor het eerst dit seizoen (tamelijk) fit de dubbel in.
Toeval wilde dat de eerste dubbel van Oudegein speelgereed was. Ik moest sowieso de eerste spelen en zou dat met Robert doen, maar die stond nog op de baan. Na enige discussie met Joost, toch maar gekozen voor de sterkste opstelling. Het pakte goed uit. Het werd tijd ook dat Bart en ik weer eens zo’n echt sterke dubbel speelden. Er viel wat te halen. Zo voelde het ook na de eerste verloren set. Dan moesten we alleen nog die ballen in het veld slaan waar we wel bij konden, waar we wel achter kwamen, die we wel volleerden maar die in de eerste set telkens buiten het veld terecht kwamen. Bart ging gemeen kijken, nog iets harder rennen en stond er met volleys en smashes. We hadden ze liggen maar op 5-2 in de derde kwamen ze nog even vervaarlijk terug. Bart serveerde het toen uit. Dennis was nog wel blijven lachen en dollen tijdens de partij, maar Rick zat er even helemaal doorheen. Geef hem een kwartiertje zeiden ze.
Dat klopte.
En zo zagen we met een biertje in de hand hoe Henk en Raymond onze Joost en Robert een lesje gaven. De returns – als ze er al waren Joost – waren een prooi voor de uit overtuiging theedrinkende Henk.
Op een gegeven moment had ie alle variaties van een smash al gehad en ging zelfs foutjes maken. Met 6-2 6-2 was het een coulante uitslag.
Na een bordje met “soep”-bitterballen pakten de mannen van Oudegein alsnog goed uit. Het kaasplankje was overdadig gevuld. Zo werd de overgeslagen lunch vlot gecompenseerd. Klasse mannen!
Tenslotte aan Raymond nog even gevraagd of hij lekker gespeeld had. Dat bleek het geval. Dus mijn conclusie was dat het goed geweest was dat Robert meedeed. Hij heeft keurig twee keer verloren en ik daarom geen woorden verspild aan enige uitleg omtrent de opstelling. Alleen ze nog wel even laten bevestigen dat ook naar aanleiding van dit verslag geen sprake zou zijn van enig “gezeik” achteraf.
Hoewel vrij lelijk, zijn het toffe gasten die van Oudegein!