L.T.C. Maarsen-Broeck 3 – S.V. P.V.D.V. 6 3 – 3
Stelen en bestolen worden
De wedstrijden werden afgewerkt onder hoogspanning. Relax nou ff zou je zeggen; zen my man… Nee, daadwerkelijk hoogspanning. De banen van Maarsen-Broeck worden overslingerd met dikke leidingen van mast tot mast. Het irriteerde me en het leidde me vreselijk af tijdens de opgooi. Aan de buizen van de tent bij PVDV ben ik net gewend, nu dit weer. De bal vormt bij Maarsen-Broeck een toon in een luchtnotenbal(k ). Ik krijg dan heel rare gedachten. Helpen doet het zeker niet.
Wat wel hielp was het feit dat Fred niet gewend aan een tegenstander die zijn ballen terugbracht met vaart, ook als hij nog wel zo’n goede slag naar buiten had gemaakt. Hij was er beduusd van, en voor hij het wist was hij de eerste set- en zichzelf kwijt. Hij begon voorbarig naar zijn medespelers te roepen dat ie niet in orde was vandaag en zeker geen dubbel zou spelen.
In het begin van de tweede set deed Fred er toch een schepje bovenop en na veel voor- en nadelen, kwam hij op een 2-1 voorsprong. Hij pufte ervan en werd zichtbaar niet vrolijk van het vooruitzicht dit niveau langdurig te moeten brengen om er een echte wedstrijd van te maken. Op zo’n beetje dat moment gaven mijn kuitspieren ineens in koor door: ‘ik zou het maar vlot afmaken, want dit gaan we geen drie sets lang doen hoor’. Nee hè?! Niet nu al.
In plaats van vlot te spelen, ging ik zuiniger spelen. Dat was niet voldoende. Ik moest nog steeds van links naar rechts over de baan en de laatste bal die voorheen voor Fred niet meer te belopen was, viel nu uit. Het was gekanteld. De tweede set was niet meer te redden en ook in de derde kwam ik snel op achterstand. Fred kwam steeds beter in zijn spel. Hij moest het nog wel even afmaken.
Op 4-2 achter had mijn kramp had zich nog altijd niet definitief laten gelden, en ik schreeuwde mezelf bij de les en gaf daarna weer behoorlijk tegenstand. Ik begon er zelfs stiekem in te geloven dat ik alsnog het laatste punt van de wedstrijd zou kunnen maken, ook op 5-4 achter.
Fred was wederom aan twijfel onderhevig geraakt. Hij was voorzichtiger gaan spelen, waar ik soms weer een rake klap uitdeelde. Een hoofdschuddende Fred voelde nattigheid, en matchpoint nummer drie velde het voor hem onthutsende oordeel. Hoe had hij dit uit zijn handen kunnen laten glippen?! Hij voelde zich terecht bestolen.
Omdat Patrick naast me zijn wedstrijd tegen Erik, na 0-4 in de eerste set, adequaat gekanteld had, stonden we met 0-2 voor in wedstrijden. De berichten over Bart op de achtergrond waren goed. Hij stond op 5-2 voor in de derde en op matchpoint, zo vertelde Joost ons. Bart kwam echter maar niet naar de kantine. Toen ik tenslotte maar eens polshoogte ging nemen, bleek de kleine, geblokte maar vooral Italiaanse Luca zichzelf ontpopt te hebben tot “Vluca”. Het Nederlands had hij in zijn tirades laten varen. Dat gebeurde namelijk als hij zich echt kwaad maakte. En, alle vooroordelen over Italianen bevestigend, stal hij onverbiddelijk het punt terug dat ik net zorgvuldig in onze tas had opgeborgen.
Aldus kreeg Bart voor de tweede keer in successie een deceptie te verwerken tegen een overwichtige, exotische dwerg. We hebben een thema deze competitie.
Het was dus 2-2 in wedstrijden (Joost zijn wekelijkse twee games behandel ik uit piëteit verder niet). Moeten we het erover hebben? Rolf bleek achteraf nog wel verguld met zijn zakelijke overwinning. Mag.
Intussen at ik drop en dronk liters water om mijn kuiten weer met broodnodig vocht te vullen. Omdat we tijd konden rekken met het wachten op tosti’s, voelde ik me wel weer enigszins speelklaar.
Bij de dubbels paste Maarsen-Broeck een truc toe. Het sterkste dubbel speelde op 2. Cees en ik kregen daardoor Erik en Luca tegenover ons in plaats van opa Jaap.
Luca heeft de hardste slagen die ik op ons niveau ben tegengekomen en de services van Erik behoren tot de kromste die ooit mijn kant uit gezwabberd kwamen. Je wist niet wat de bal ging doen als je hem retourneerde. Op de schaarse kansen die we toch kregen in de tweede set, zwaaide deze compleet af. Het Jammere van de verloren pot duurde tot de moesson die losbarstte vrijwel direct na afloop van de partij. Net op tijd klaar.
Met 3-3 kon iedereen wel leven. In afwezigheid van Eelko konden wij er zeker mee leven.
Zondag was ik blij dat ik het leven had… en een nieuwe bus Perskindol.
Thanks Pat.
* Wist u dat wijlen Herenlager Wim ooit dit prima spieren-goedje bij ons geintroduceerd heeft?
** Wist u dat Cees zich herinnerde dat we Wim ooit op deze zelfde Maarsen-Broeck banen hebben laten kramperen? Ik was het vergeten, maar besef terdege dat ik daar (vroeger) toe in staat was.