Domstad 6 – UVV 2 |
Als originele schrijver heb ik een hekel aan dingen die; “baden in een pril, waterig voorjaarszonnetje”. Maar, daar lag het dan; het park, badend in een pril, waterig voorjaarszonnetje. Het leek er klaar voor. In de kleedkamer smeer ik mijn kuiten in met Midalgan. Als ik mijn handen was, profiteer ik van een volle zeepdispenser en een tot de nok gevulde papierenhandoekjes zwaartekrachtomaat. TC Domstad is er klaar voor. De competitie 2011 kan aanvangen.
Dat we opgewacht werden door Leon, die ons kampioenschap van 2010 aan diggelen sloeg, heb ik verdrongen. Hij kwam met de mededeling; ‘er is een uitslag reglementair omgedraaid, waardoor een andere vereniging alsnog boven jullie is geëindigd.’ Zal best. Ons gaat het niet aan. Wij hebben dat kampioenschap allang reglementair gevierd. Op deze site wordt geen letter gewijzigd aan het 2010 hoofdstuk: “Kampioenen olé olé!”
Om het mezelf gemakkelijk te maken, heb ik het aanvoerderschap dit jaar overgedragen aan de jongste telg van Herenlaag Patrick. Hij is de enige aan wie je dat toe kan vertrouwen. Hij is er op tijd en heeft de benodigde spullen; ballen en formulieren bij zich. Stom van me om dienaangaande navraag te doen. Al vlot dienen onze UVV’ers zich aan. We wisten dat die vereniging licht studentikoos was, maar het gaat ver als ze zich voorstellen als: Ernst-Jan, Frits-jan, Erik-Jan en Ivo-Jan. Robin heeft WW-koekjes meegebracht. Albert Heijn Huismerk eenhaps mini-gangmakers. Maar daar gaat het niet om. Dat hij het niet breed heeft, daar is breed begrip voor.
Ernst-Jan, mijn tegenstander, heeft nog nooit een competitiewedstrijd gespeeld. Dat wordt dus een makkie, zeker als ik ook nog eens mijn geheime wapen vanonder mijn trainingsbroek tover: een zwarte, driekwarts box/basketbal sportbroek, aan één kant voorzien van een brede gouden bies en met tweebalszakken. Deze had ik een maand ervoor in een onbewaakt ogenblik uit een rek gerukt en afgerekend. Pas thuis heb ik het mijn vrouw verteld. ‘Weet je wat ik heb?’ ‘NEEEEEEHHHH!’ ‘Ja.’* foto’s volgen.
In de wedstrijd doe ik mezelf vijf games tekort en win met 6-3 en 6-2. Het is inmiddels warm en ik heb toch meer moeten lopen dan me lief is. Elke keer moest ik weer naar voren om vaart te geven aan een drol van een bal. Je moet op zo’n moment teruggrijpen naar 1989. Hoe trok je zo’n partij op dit niveau ook al weer naar je toe? O ja, één keer meer terugslaan dan je tegenstander.
Robin ondervond in de tweede set soortgelijke problemen met Ivo-Jan, die overigens geloof ik, alleen maar Ivo heette. Met 7-5 na 6-1 kwam dat goed.
Bart kreeg met Erik-Jan een taaie tegenover zich. Maar hij is in vorm en door hard werken met iets meer kwaliteit was 6-4 en 6-4 een logische stand.
Patrick kreeg het als vierde helemaal niet makkelijk. Er had zich met Frits-Jan een nep-negen gemeld. Deze boom van een kerel was weer begonnen na in het verleden C1 en B2 geweest te zijn. Dat zag je aan alles, maar deze wedstrijd kwam te vroeg voor hem. Hij had nog te weinig ballen geslagen. De wil was er maar de ballen deden te vaak andere dingen dan wat hij zich ervan had voorgesteld. In de tweede set begon het steeds beter te draaien. Op 6-5 voor hield hij het ineens voor gezien. Hij wilde zich sparen voor de dubbel. Iets in zijn kuit gaf aan dat een derde single set sowieso geen goed idee was.
Na lang debatteren werden Bart en ik als eerste dubbel de baan op gestuurd. Het bleek eens te meer geen goed idee om ons naast het speeltuintje te laten spelen. Het werd luid ongezellig. De onderlinge verwijten liepen in de te makkelijk weggeven tweede set hoog op. Dat kwam omdat mijn kuiten er de brui aan wilden geven. Ik wist dat het geen driesetter moest worden. Te laat, dacht ik. Maar na een blessurebehandeling, een extra door Robin gehaalde banaan en een blik Red Bull kon ik door. Sterker nog, ik kreeg er weer zin in. Nu ging Bart steeds kreupeler lopen en haperen en daarbij nog slaperen, vond ik. Op 2-2 in de derde set stond Bart tegen het hek te rekken en strekken en Frits-Jan stond aan de andere kant op de servicelijn als bevroren naar zijn rechterbeen te staren. Het was net Rocky II. Degene die als eerste opstond, had gewonnen. Bart kwam als eerste bij zijn positieven. Frits-Jan blijkt een zweepslag te hebben opgelopen. Als ik vraag of ik ijs voor hem moet halen, zegt hij; ja, doe maar een Magnum. Humor op zo’n moment. Dat is klasse. De tweede dubbel is een formaliteit. 6-0.
Erik-Jan en Ivo(-Jan) maken zich met smoezen snel uit de voeten. Met Frits en Ernst, zo mogen we ze inmiddels noemen, zitten we in de zon tot onze koppen vuurrood zijn. Frits-Jan blijkt regiseur. Een van zijn meest aansprekende prestaties is de vis-slaat-man-video die inmiddels in de trailer van De Wereld Draait Door zit.
Als ze vertrekken woedt er nog een felle discussie. Mogen Robin en ik onze dubbelmaten over de kling jagen, ook als dat zichtbaar niet helpt? Het gaat erover dat het; “komop, volgende bal, geeft-niet” geleuter, korte termijn politiek is. We gaan geen mietjes kweken, zeggen Robin en ik. Bart roept dat hij een volgende keer op deze manier, zo de baan af zal lopen. Patrick vindt het ook niet constructief maar houdt zich op de vlakte. We willen echte kampioenen worden, winnaars. Winnaars kunnen tegen een stootje, toch? Ik denk achteraf bekeken dat we volgende week misschien beter; “kom op, volgende bal en geeft niet”, kunnen roepen. Ik weet alleen niet of ik het in me heb. Het moet wel uitgesproken worden.
Het wordt tijd voor een mediator. Iemand die de juiste koers voor Herenlaag bepaalt en daarbij zowel tussen- als boven de partijen staat. Iemand met een no-nonsense approach. Iemand die zich kwetsbaar durft op te stellen en wiens beslissingen op unanieme steun kunnen rekenen. Die iemand, dat kan er eigenlijk maar één zijn.
Later meer.