Rover
Welke tennis-ondergrond is het beste voor m’n klutsknieën? Hoe wordt het uitzicht over de banen vanuit de kantine en hoe verhoudt dat panorama zich tot de afstand naar de bar? Gaan de teamschotels weer een fatsoenlijk formaat krijgen? Komt er nu eindelijk een waterdicht antifraude afhangsysteem, zodat die stokoude doorhangende Ultrai’ers de wind uit de zeilen genomen wordt? Welk merk sherry gaat de nieuwe bareigenaar schenken? Verhuist die gemakkelijke bank wel mee naar de nieuwe zithoek? Hebben ze bij Den Hommel kabel voor de voetbalmatches?
Iedere tennisser had wel z’n eigen gewichtige bedenkingen over al het nieuwe. Echter, tot op heden heeft niemand zich bezig gehouden met de enige daadwerkelijk belangrijke kwestie:
Hoe moet het verder met de De Brauwpark-kat?
Voor het gemak zal ik hem vanaf hier Rover noemen. Ineens is zijn leefterrein een open vlakte. Wellicht dat de hippies in de bouwketen nog wat langer mogen blijven. Maar, na een lange winter macro-idiotisch eten met die gasten, wil Rover weer negen maanden resten van broodjes frikadel en hamburger. Tevreden koppend langs verzorgde gladde damesbenen in plaats van tegen die zwaar behaarde, onder alternatief afgeknipte spijkerbroeken gestoken ballonkuiten.
Het zal nooit meer zo zijn. Bouwvakkers zijn voorlopig zijn gezelschap. Hopen moet ie dat ze hem kruimels gunnen van die boterhammen die ze meeslepen in meterslange tupperware. Vervolgens zullen ook zij verdwenen zijn. Dan resten er kantoren, hoogbouw. Rover zal zich nietig voelen tussen die grote onpersoonlijke kolossen. De gehaaste mens die zich daar beweegt, zal niet meer naar hem omkijken. Het drama is dan compleet.
Bij deze dien ik dan ook een alternatief bouwplan in. Als volgt:
We bouwen het complete De Brauwpark na bij Den Hommel. We hebben het toch nooit slecht gehad? Direct na voltooiing voeren we Rover ’s nachts geblinddoekt in een bestelbusje af naar zijn nieuwe bestemming. Onmogelijk zegt u? Ik begrijp dat het niet gemakkelijk zal zijn, maar ik heb aan alles gedacht.
- Die twee banen minder, dat ziet ie nooit. Een kat kan niet tellen. Ook een oude kat, al is ie 25, kan z’n naam nog niet schrijven.
- We gooien hier en daar wat spuiten in de struiken en wat onscherp glas op de parkeerplaats.
- We laten vrouwelijke leden aan de verkeerde kant van het hek heen en weer lopen in een net iets te kort rokje. Kauwgom kauwend en rokend spelen ze of ze ergens op staan te wachten. Dit alles bij wijze van alternatieve bardienst. Uiterlijk is absoluut geen bezwaar (heb ik me laten vertellen).
- Tenslotte: We maken een kiekje van het huidige bedienend personeel en plaatsen deze levensgroot achter de bar; Tom en John in bordkarton. Als je deze dan een paar keer per dag verplaatst, zeg een keer of twee, dan merkt zo’n beestje het verschil echt niet.