Domstad 5 – Vechtlust 7
De dag van de zevende pot
Hoewel Vechtlust in 6 partijen maar 11 games bij elkaar sloeg, waren ze niet van plan om zonder winstpartij naar huis te gaan. In de zevende pot moest het dan maar gebeuren. Omdat we met vier singles tegelijk de baan op konden en ze niet echt tegenstand boden, zaten we om 13.30 uur met de formulieren op tafel in de kantine. Aad, Hans en Jan zaten daar goed. Peter was inmiddels vertrokken. Het was voor hem waarschijnlijk te lawaaiig. Tijdens de tenniswedstrijd had hij geluidshinder ondervonden van dieselmotoren van boten, helikopters, ziekenauto’s op de ringweg, een vlinder met een verstuikte vleugel en een mier met een houten poot.
Met onze krasse uitspraak: “Wij gaan niet weg voordat zij weg gaan”, werd het een thema-middag. Een tennisdag is ten slotte pas compleet als je de tegenstander nog voor ze buiten hoorafstand zijn, hebt toe kunnen voegen:
“Ik vond ze vóóral lelijk!”
Maar de tekst bleef uit en uit.
Om 19.30 uur was het dan toch eindelijk zover:
“H’ik voond ze vral leeeek.”