Domstad 5 – Blauwe Reiger 6
Snotkokers waren het. Snotkokers met negens op hun passen. We rekenden (en hoopten) met de afdaling naar de vierde klasse op wat mindere, mildere tegenstanders maar dit was te gek. We hadden ons de terugkeer op het laagste niveau anders voorgesteld.
“Neem gerust een koek.”
“Graag meneer.”
Wel goed opgevoede jongens. Ik kan serieus zeggen dat ik al competitie speelde voordat zij konden lopen.
Wat klopt er nog meer niet in bovenstaande passage. Juist! Maar ach, gezien het liefelijke tafereeltje met die jochies konden de ongevraagd meegebrachte koeken van Eelko er ook nog wel bij.
“Het zijn maar koeken Hein”, vergoelijkte Eelko zijn actie. “Geen gebak”, is dus verwaterd tot: “Als we hele dikke koeken regelen, gaat de tegenstander daar niet over vallen…”.
Het was voor die jongens hun eerste competitiedag ooit. Van papa en mama hadden ze trainingspakken voor de Sinterklaas gekregen. Twee van de drie geloofden nog. Dat ze bij De Blauwe Reiger spelen verbaast me. Dat is ten slotte de vogel die hen als baby in beschonken toestand bij de verkeerde ouders had gedropt…
Als ik van tevoren geweten had dat het nog zulke groentjes waren, dan had ik ze telefonisch opgedragen om gebak méé te nemen. En; “Nee, dikke koeken vallen daar niet onder. Doe maar zelfgebakken kwarktaart.”
Met grote ogen wachtten de knullies braaf op de dingen die komen zouden. Geen idee over wat ze te wachten stond, hadden sommigen voor de zekerheid zelfs zwemspullen meegebracht. Nee, ik overdrijf. Rik had vorig jaar al eens met een écht tennistoernooitje meegedaan. Als het precies vorig jaar was, dan was hem ongetwijfeld beloofd dat na het tennisgebeuren iedereen eitjes mocht zoeken van échte chocolade. Morgen zou het Pasen zijn.
Negens en achten en toch wist Bart er nog een nederlaag uit te persen. Het leek er een tijd op dat we met het eerste gelijkspel in de tennisgeschiedenis te maken hadden, maar ineens was het dan toch over.
Mager excuus: Hij verloor van de enige met er al haar op; Golf-doe-ik-eigenlijk-liever-Marcel de Makelaar. Ja mede-eigenaar ook hè. En nu reeds bezig met het opzetten van een tweede zaak want ze hadden de flow mee. Gesteund door Karel van den Kastelen – tot Huizen, die toch een grote speler is hier in het Utrechtse, bla bla en als je iets goed doet, is er altijd een markt bla, bla,
Een onschuldig lijkende maar ó zo verkeerde vraag mijnerzijds en je krijgt een minuten durende (gekochte) special uit het blad Bizz, life oraal om je oren.
Er was maar een conclusie mogelijk. Marcel is goed bezig. Zei ik dan ook, en staarde vanaf het bankje strak en overgeconcentreerd naar een willekeurige partij tennis. Robin bleek bereid het luisteren van me over te nemen. Eén koude rilling overviel me nog maar de rode uitslag in grillige patronen op mijn armen trok langzaam weer weg. Rrrrr.
Niet te hopen dat de keinders die in de BMW van de meneer ook weer mee terug mogen rijden, het idee krijgen dat dit is wat grote mensen doen en dat dit de wijze is waarop ze praten.
Dat we Marcel in de dubbel weer met beide beentjes op de vloer zetten (6-1, 6-1) deerde hem allerminst. De grijns bleek ononderdrukbaar.
Opvallend deze dag: Eelko is weer terug in een pastel turkoise fase. Dat van die eenmalig gedragen pet is hij blijkbaar vergeten. Qua mogelijkheden is zijn vers gekochte, sweater geweldig. Door de linker zak heen, kan je jezelf rechts een hand geven!
Omdat zijn tegenstander in het roze gehuld de baan op toog, was het alsof we keken naar een aflevering van Myami Vice. Op 3-3 in de eerste set werd het nog even spannend maar toen rekende Eelko hem in.
Ook nieuw; Eelko’s wellicht iets te kleine schoenen. Meneer had daarbij de nageltjes niet geknipt. Au! Hij verliet het park als een hele oude man.
Verder over deze dag: niet teveel woorden over vuil maken. 5-1 is een goede start.