Oudegein 2 – Domstad 4 6 – 0
Welkom in de derde klasse
Eelko kreeg voor het gemak de clubkampioen van Oudegein voorgeschoteld. Een beetje tennissen vond ie wel geinig, voor het bierdrinken uit dan. In het eerste van Oudegein hoefde hij niet zo nodig. Eelko heeft nog 3 games bij elkaar gerend.
Het chagrijn van Oudegein mepte Bart van de baan. In de dubbel met Eelko kregen we hem echt goed pissed. Als is je backhand nog zo slecht, met rake teksten maak je de wedstrijd alsnog tot een gevecht. Waardeloos gezegde. Punten levert het ook al niet op maar wel een tegenstander die na afloop pas na biertje of tien weer een beetje los komt. Dat is ook winst.
“Hij wint de derde set altijd”, zeiden zijn teamgenoten over mijn tegenstander in de single. In werkelijkheid was de winst tegen mij de eerste na een reeks drama’s die alle negatief voor hem waren uitgevallen. Ik was tevreden met de tweede set die ik hem op dat kolere Mateco had afgepakt. Met twee ingetapete polsen was het boven verwachting.
Drie weken voor de competitie ben ik tijdens een zaalvoetbalwedstrijd veelvuldig tegen de vloer gegaan. Het tape zat me qua gevoel ernstig in de weg maar eraf halen was geen optie. Pijn!
Het debuut van Robin had het eerste competitiepunt op kunnen leveren. Zijn tegenstander kwam op een gegeven moment alsnog in zijn spel. Dat hield vooral in dat zijn eerste service uit de verf kwam. Paintball voor Rambo’s. Er was geen houden aan. Achteraf leek hij zelf oprecht verbaasd over de serie zuivere kanonskogels die hij geproduceerd had. Elke stilte die er aan tafel viel, vulde hij met “Goh, wat stond ik lekker te serveren…”.
In de dubbel bleef Robin met Cees qua score in de buurt van de tegenstanders. Dat bleek niet vol te houden door de steeds meer opspelende rugblessure waarmee Robin de dag al was begonnen. Het had ermee te maken dat ie zich niet met zijn knieën had afgezet die nacht. De hele nacht… Al met al toch een redelijk debuut met een resultaat in lijn met de rest van het team. O (nul).
Na afloop geweldige koude gehaktballen gegeten. Een biertje kostte 0,80 dus was het zaak om snel weer pleite te gaan. Levensgevaarlijke prijzen in die kantine. We moesten natuurlijk wel nog even op Wim wachten die niet speelde maar zou komen kijken… mmm. Geen Wim gezien. Hik!
Vriend Paul van Robin was wel komen kijken. Ragfijn wist hij uit te leggen waar wij tekort schoten en hoe we het wel aan hadden moeten aanpakken. Er diende zich nog zo’n waardeloos gezegde aan: Beter één vriend, God weet waar in het land dan een betweter aan de kant.