Heren 7 – Oog in al 1 5 – 1
Zon, gebak en een turquoise cap
Zie daar de ingrediënten voor een tenniscompetitie. De start had weer heel wat voeten in aarde. Dan heb ik het niet eens meer over het feit dat we pas te elfder ure aan de Domstad competitieteams zijn toegevoegd. In de titel van dit verhaal ontbreekt bijvoorbeeld het woord tegenstander. Die was er dan ook niet en ik had dit bestanddeel graag ingeruild voor bijvoorbeeld het gebak. Om mijn aanvoerdersgezag (verder) te ondermijnen had Bart achter mijn rug om en tegen alle afspraken in appelkruimeltaart meegebracht. Gebak is ongehoord bij herenlaag.
De situatie in het team was op zich al verwarrend genoeg. Dennis is niet langer een deel en Eelko heeft sinds enige tijd een vriendin! Ze dreigt te komen kijken. En nog gekker; ik zelf heb tegenwoordig ook zo iets. Mijn nieuwverworven mop kwam daadwerkelijk e.e.a. aanschouwen. Ze trof een fraai tafereel.
Zaten we daar met onze taart! De competitiebescheiden waren maandagavond pas verstrekt waardoor het kort dag was om de juiste instanties over aanvangstijden in te lichten. Mail van mijn kant naar Oog in Al had niet het beoogde effect gesorteerd, tenzij je taart in overvloed voor jezelf alleen daaronder rangschikt.
Daarom maar even bellen. Bleek dat ze zelf ook contact gezocht hadden met Domstad. In deze eeuw van communicatie leidde dit niet tot eenduidige informatie, hun conclusie: er wordt om 12.30 uur gestart. Gelukkig was Reggie van Oog in Al 1 niet rancuneus en kon deze echte aanvoerder met gezag al zijn mensen binnen het uur alsnog laten aantreden.
Het weer was toen al omgeslagen. Zonder zon kon je de wind dun en guur noemen. De singles werden op één na, droog uitgespeeld. Alleen ik stond in de regen nog te harken. Poolwater spetterde op mijn door de inspanningen geteisterde kuiten. Mijn tegenstander was er na de tweede set ook niet best aan toe. Ik hoopte vergeefs dat hij door mijn gespeeld enthousiasme eerder op zou geven dan ik. Echter, hem bereikten door het hek Marsen en over het hek van dat oranje suikerwater terwijl ik langzaam droog kookte. Op 2-2 schoot het er echt in. Ik keek versteend een lob na en moest opgeven. De spier in mijn kuit liet mijn voet pas na een minuut weer vrij. Hoon was mijn deel. Schandalig was het dat ik Wim met zijn, door mij immer verguisde conditie, moest vragen om voor mij te dubbelen. Natuurlijk is de regen officieel aangewezen als de boosdoener voor mijn ongemak. Een maat van mij sprak over seks eens de volgende wijze woorden: “Als je het niet doet, moet je het er constant over hebben, maar als je het wel doet moet je erover zwijgen.” Ik zweeg over vannacht en zei al helemaal niets over vanmorgen…
Het regende inmiddels behoorlijk hard door maar onze baan 11 bleef als enige bespeelbaar. De eerste dubbel moest het wel zonder toeschouwers stellen. Die hadden een veilig en warm heenkomen gezocht. In de kantine ontstond die specifieke competitiesfeer. Een nietszeggende tegenstander zat bij ons aan tafel. Bart staarde door het linker raam de verte in, Eelko deed hetzelfde recht voor zich uit en ik nam deze zwijgzaamheid in mij op.
‘Zei je iets?’
‘Nee.’
‘En daarvoor?’
Zowel Eelko als Bart kwamen terug uit hun betovering en bevestigden mijn visie. Maar nu we weer elkaars aandacht hadden, konden we het mooi over de moppies en vooral over hun nadelen hebben. Eelko loopt een maand op me voor en mocht al eens mee klerenwinkelen. Volgens de voor hem nieuwe bevindingen gaat dit als volgt:
‘Vind je dit leuk staan?’
‘Ik vind het prima.’, hopende dat zijn eerlijke doch aanwezige onverschilligheid hiermee verborgen bleef. Zweet!
‘Ja maar, die kleur…’
Nog een keer; “ik vind het prima”, is op zo’n moment geen optie. Zweter!
‘Ik zou hem kopen.’
Dat deed ze. Pffff…
Eelko getooid met turquoise kleuterpet en met zijn Saab uitgevoerd in Poep-Smoke-beige moet tegenwoordig dus kledingkleuren beoordelen. Desgevraagd wordt aan dit oordeel nog waarde gehecht ook. Het moet niet gekker worden.
Ik herinnerde hem aan de competitiewedstrijd in De Meern. De zon scheen die dag bijzonder fel en Eelko ging nog even een pet kopen. Hij presenteerde het door hem uitgekozen exemplaar met de woorden: “Ik vind het alleen wel jammer dat ik een witte heb gekocht”, alsof ie er zelf niet bij geweest was…
Na deze anekdote verdween Eelko naar de kleedkamer. Zijn blauwe cap hebben we niet meer terug gezien. Hij heeft ons verzekerd dat we hem ook nooit meer terug zullen zien. Het is ook zo’n gevoelige jongen. Ik krijg er tranen van in mijn ogen. De tweede dubbel stond inmiddels op de baan. Ze werden door iedereen voor gek verklaard dat ze het weer trotseerden. Lotte met haar paraplu langs de lijn werd dat ook. Terwijl zij Cees en Wim stond aan te moedigen verorberde Cees’ partner Judith een dubbele teamschotel.
Het werd gezellig met die Jan-Peter die het vooroordeel qua naam teniet deed. Geen balletje. Gewoon lachen. Hij wist Eelko dusdanig in verwarring te brengen dat ie op een gegeven moment niet meer wist of hij nou nog 4 jaar en 9 maanden met zijn Saab moest doen of met zijn vriendin.
Het werd al met al weer laat en de barrekening bleef uiteindelijk pas steken op 140 Euro.